Tafelgesprekken
14-03-2024 |
Wat er aan de gesprekstafel in politiek Den Haag wordt besproken is vooralsnog een goed bewaard geheim. Zeker is dat er keuzes gemaakt moeten worden op het terrein van Klimaat en Energie. Doordat de formatie nog niet is afgerond en stilstand geen optie is, werd een werkgroep gevraagd de stand van zaken te beschrijven en beleidskeuzes te ordenen. Dat levert een interessant rapport op dat alle aspecten van de energietransitie aanstipt en opties benoemt waar een nieuw kabinet beleidskeuzes in moet maken.
Warmte aan tafel
Het gaat in het rapport uiteraard ook over warmte. Collectieve warmtesystemen zijn voor een groot deel van de gebouwde omgeving maatschappelijk gezien de goedkoopste oplossing voor duurzame warmte- en koudevoorziening. Het is dus belangrijk dat er meer warmtenetten sneller worden gerealiseerd. Die snelle aanpak is nodig omdat – als te lang wordt gewacht met duidelijkheid en aanpak van het aardgasvrij maken van woonwijken met een warmtenet – de kans op een succesvolle toepassing van een warmtenet afneem. Mensen hebben dan wellicht bij gebrek aan het collectieve alternatief voor aardgas inmiddels “moeten” kiezen voor een individuele warmteoplossing. Wanneer teveel mensen in een wijk of straat die individuele keuze hebben gemaakt, is de kans op het maatschappelijk wenselijke warmtenet verkeken en moeten de nog resterende inwoners die de hoge individuele kosten nog niet konden dragen, toch ook dat duurdere individuele alternatief toepassen. En ja, iedere individuele warmtepomp is een extra belasting van het overvolle elektriciteitsnet.
Voortvarende invoering Wet collectieve warmte (Wcw) wordt door de werkgroep geadviseerd, met name om een start te maken met de realisatie van collectieve warmtesystemen. Het vergroten van de publieke realisatiekracht kan helpen om investeringen in collectieve warmtesystemen te versnellen.
De opties
De opties die op tafel liggen om de toepassing van warmtenetten te versnellen gaan over geld, risico en zeggenschap.
De eerste optie behelst het verstrekken van financiële middelen door de landelijke overheid aan gemeenten om te investeren in warmtenetten. Het bedrijfsleven toont echter weinig interesse in participatie van overheden in hun bedrijf, aangezien dit hen blootstelt aan financiële risico’s en mogelijk onvoldoende zeggenschap over besluitvorming.
Een alternatief is het oprichten van een waarborgfonds voor warmtenetten. Hierdoor kan het vereiste eigen vermogen voor warmtebedrijven worden verlaagd, waardoor de investeringslast voor lokale overheden afneemt. Echter, strikte risicobeperkende maatregelen zijn noodzakelijk, wat vertragend kan werken.
Een derde optie is de oprichting van een nationale participatie in warmteprojecten, waarbij de overheid tot 40% van de participatie voor haar rekening neemt. Dit kan de betrokkenheid van private partijen stimuleren en de afhankelijkheid van publieke financiering verminderen.
De vierde optie behelst een volledige nationale participatie in warmteprojecten. Hoewel dit het risico voor de nationale overheid vergroot, ontbreekt het de prikkel voor lokale overheden om de wetgeving omtrent het kosteneffectief aanleggen van warmtenetten effectief toe te passen.
Andere instrumenten
Naast deze opties kan de overheid de aantrekkelijkheid van collectieve warmtenetten voor eindgebruikers verhogen door bijvoorbeeld subsidie te verstrekken voor aansluitkosten en door middel van financiering voor duurzame warmtebronnen. Bovendien kan ondersteuning worden geboden aan Verenigingen van Eigenaren (VvE’s) en bewonersinitiatieven om risico’s weg te nemen en de betaalbaarheid van warmtenetten te vergroten. Financiële steun voor de aanleg van regionale warmtetransportnetten kan ook worden overwogen, evenals stimulering van innovatieve projecten op het gebied van aquathermie, zonthermie en seizoensopslag.
Door een combinatie van beleidsopties en ondersteunende maatregelen kan de overgang naar duurzame warmtevoorziening worden versneld, terwijl de risico’s voor alle betrokken partijen worden beheerst.