Een route van hoog naar midden temperatuur
24-10-2023 |
Onze collega’s van Vattenfall zijn net als wij bezig om een route te ontwikkelen naar verdere verduurzaming. Hoe zorgen we ervoor dat we op tijd klaar zijn om Nederland aardgasvrij te maken, althans de woningen en bedrijven op een duurzame manier te verwarmen, zonder gebruik te maken van aardgas. Elk warmtenet is anders en dat blijkt ook uit de interessante whitepaper die Vattenfall heeft gepubliceerd. De belangrijkste bron voor Vattenfall zijn afvalverbranding en restwarmte die vrijkomt bij de productie van elektriciteit. Bronnen met een hoge temperatuur. De route die Vattenfall voorstelt in het whitepaper “Samen verder verduurzamen naar 100% fossielvrije warmtenetten” schetst een route van omschakelen van hoog temperatuur warmtenetten naar warmtenetten met een midden temperatuur. Dat is een uitdagend traject, waar de whitepaper uitgebreide informatie over geeft.
Uitdaging in de wijk
Midden temperatuur warmtenetten – met een aanlevertemperatuur van 70ᴼC en een retourtemperatuur van 40ᴼC – kunnen warmte leveren aan meer afnemers dan hoog temperatuur warmtenetten. Als een afnemer minder energie gebruikt, kan dezelfde hoeveelheid aangeleverde energie door meer afnemers worden gebruikt. Veel nieuwe duurzame bronnen zijn ook bronnen met een lagere temperatuur. Om die efficiënt te kunnen benutten, is het uiteraard mooi als dat in een warmtenet met een minder hoge temperatuur kan worden gebruikt. Nieuwe duurzame lagere temperatuurbronnen kunnen daardoor worden benut, zodat dat kan bijdragen aan het doel om 100% fossielvrije warmtenetten te kunnen realiseren. Simpel. Zo simpel is dat echter niet. Om een temperatuurwijziging te kunnen doorvoeren, is de medewerking van de klanten nodig. De individuele afnemers moeten dit namelijk mogelijk maken. Als de energielabels van woningen in een wijk van elkaar verschillen wordt dat namelijk lastig. Voor de ene woning volstaat wellicht een temperatuur van 70ᴼC, maar woningen met een slechte isolatie en oudere radiatoren, hebben een hogere energievraag en een hogere temperatuur nodig. In een wijk die wordt beleverd via één warmteoverdrachtstation, is degene die de hoogste temperatuur nodig heeft, bepalend voor wat er in de wijk minimaal moet worden aangeleverd. Hoe lager de aangeleverde temperatuur hoe gunstiger de energierekening uitvalt.
Maatwerk met elkaar
Midden temperatuur warmtenetten – met een aanlevertemperatuur van 70ᴼC en een retourtemperatuur van 40ᴼC – kunnen warmte leveren aan meer afnemers dan hoog temperatuur warmtenetten. Als een afnemer minder energie gebruikt, kan dezelfde hoeveelheid aangeleverde energie door meer afnemers worden gebruikt. Veel nieuwe duurzame bronnen zijn ook bronnen met een lagere temperatuur. Om die efficiënt te kunnen benutten, is het uiteraard mooi als dat in een warmtenet met een minder hoge temperatuur kan worden gebruikt. Nieuwe duurzame lagere temperatuurbronnen kunnen daardoor worden benut, zodat dat kan bijdragen aan het doel om 100% fossielvrije warmtenetten te kunnen realiseren. Simpel. Zo simpel is dat echter niet. Om een temperatuurwijziging te kunnen doorvoeren, is de medewerking van de klanten nodig. De individuele afnemers moeten dit namelijk mogelijk maken. Als de energielabels van woningen in een wijk van elkaar verschillen wordt dat namelijk lastig. Voor de ene woning volstaat wellicht een temperatuur van 70ᴼC, maar woningen met een slechte isolatie en oudere radiatoren, hebben een hogere energievraag en een hogere temperatuur nodig. In een wijk die wordt beleverd via één warmteoverdrachtstation, is degene die de hoogste temperatuur nodig heeft, bepalend voor wat er in de wijk minimaal moet worden aangeleverd. Hoe lager de aangeleverde temperatuur hoe gunstiger de energierekening uitvalt.