Biogrondstoffen: geen geveinsde luxe maar bittere noodzaak
29-06-2021 |
Demissionair staatssecretaris Yesilgöz (Economische Zaken en Klimaat) is enkele weken actief in deze functie en haalt de nieuwskoppen met het besluit om voorlopig geen subsidie te verlenen aan nieuwe initiatieven voor energie uit houtige grondstoffen. Zo kan de overheid een afbouwpad realiseren en kunnen de gevolgen van biogrondstoffen in kaart worden gebracht. Polderwarmte begrijpt deze beslissing. Geheel terecht staat op de website van de Rijksoverheid: “Het [=biogrondstoffen] is een tijdelijke brandstof voor het produceren van warmte en het ontwikkelen van warmtenetten.” Polderwarmte gebruikt alleen lokale (dus niet geïmporteerde), houtige biogrondstoffen als start van een warmtenet. Door steeds meer bronnen te koppelen aan het warmtenet, wordt het aandeel biogrondstoffen steeds kleiner.
Haalbaarheid
Het kabinet vroeg het PBL en TNO onderzoek te doen naar de kosten en gevolgen van (het verbieden van) biogrondstoffen. “De suggestie dat we iets te kiezen hebben, is een geveinsde luxe”, zegt onderzoeker Bart Strengers van het PBL tegen de NOS. “Als je gaat rekenen, kom je tot de conclusie dat je alles keihard nodig hebt: wind, zon, geothermie, maar ook biomassa. Het frame dat we oerbossen verstoken in biomassacentrales is simpelweg onjuist. Het zijn vooral reststromen uit de bosbouw, landbouw en landschapsbeheer die worden gebruikt. Duurzaamheidscriteria verbieden dat het uit biodiverse bossen komt.”
Polderwarmte benadrukt graag deze “geveinsde luxepositie”. Op dit moment zijn alle duurzame initiatieven welkom. Immers, lang niet alle bronnen zijn overal toepasbaar. Door heel Nederland raken de elektriciteitsnetten overbelast, dus er zijn collectieve niet-elektrische oplossingen nodig als alternatief. Maar ook binnen een warmtenet is er een startbron nodig. Aardwarmte (geothermie) bijvoorbeeld, vraagt om minimaal 4000 woonequivalenten voordat het gebruikt kan worden in het warmtenet. Voor de start van een warmtenet is het tijdelijk gebruik van lokale reststromen een duurzamere oplossing dan het gebruik van fossiele bronnen. Zeker in de hybride installatie van Polderwarmte ligt de emissie ver onder de nationale eisen en onder die van aardgas.
Betaalbaarheid
De resultaten van de Quickscan van TNO laten zien dat houtige biomassa de warmtetransitie betaalbaar houdt. ‘Het vervangen van deze bron door alternatieve warmtebronnen leidt tot een toename van de subsidie-uitgaven.’De uitgaven zouden zo’n 2,7 miljard euro stijgen. Polderwarmte is bang dat deze kosten verhaald gaan worden op de burger. Om de warmtetransitie betaalbaar te houden, is het gebruik van houtige reststromen dus nodig. Zaak is om deze houtige reststromen zo duurzaam mogelijk in te zetten en alleen wanneer die geen ander doel hebben. Samen met Energie voor Elkaar zoeken we continu naar innovatie op dit gebied. Zo kunnen we nu bijvoorbeeld ook gemaaid gras inzetten voor warmte in huis